Klik op een kopje hieronder en het betreffende gedeelte zal uitklappen.
De afbeelding hieronder laat een draadoog, slijtplaat en verbindingspennen zien.
De volgende materialen worden voornamelijk gebruikt voor de vervaardiging van Twentebelt draadogenbanden:
Het gebruik van andere materiaalsoorten is op advies en/of op aanvraag mogelijk.
Twentebelt biedt een variëteit aan draadogenbanden aan. Klik op een bandtype voor meer informatie.
Twentebelt biedt 4 verschillende zijkantafwerkingen aan voor draadogenbanden.
1 – Steek: Hart-op-hart afstand dwarspennen (variërend van 15,9 t/m 76,2 mm)
2 – Spoed: Hart-op-hart afstand draadogen (variërend van 2,8 t/m 50 mm)
3 – Draaddiameter Variërend van 1,6 t/m 3,2 mm
4 – Aantal onderdraden Variërend van 0 tot en met 8
Uitleg van de notatiewijze van een specificatie voor een draadogenband. Voorbeeld: DL-LK 6 -50 – 2,5 – 5 onderdraden 1
DL-LK: Gelaste draadogenband met een gelaste kantafwerking
6: Spoed (mm)
50: Steek (mm)
2,5: Draaddiameter (mm)
5: Diameter dwarsstaaf (mm)
Steek (mm) | Draaddiameter | Diameter dwarspen | Minimale hart-op-hart afstand tussen 2 draadogen | Minimale hart-op-hart afstand tussen 2 draadogen in gelaste uitvoering |
---|---|---|---|---|
15,9 | 1,8 | 3,2 | 3,6 | Niet van toepassing |
25,4 | 1,6 | 5 | 3,2 | 3,25 |
2 | 4 | 3* | ||
30 | 1,6 | 4 | 3,2 | 3,25 |
2 | 4 | 4,05 | ||
38,1 | 2 | 8 | 4 | 4,05 |
2,5 | 5 | 5,05 | ||
3 | 6 | 6,05 | ||
50 | 1,6 | 5 | 3,2 | 3,25 |
2 | 5 | 4 | 3* | |
2,5 | 5-7 | 5 | 5,05 | |
3,2 | 6 | 6,4 | 6,45 | |
50,8 | 2 | 5-8 | 4 | 3* |
2,5 | 5-8 | 5 | 5,05 | |
3 | 8 | 6 | 6,05 | |
75 | 2,5 | 5-8 | 5 | 5,05 |
3 | 8-10 | 6 | 6,05 | |
76,2 | 3 | 10-13 | Niet van toepassing | 6,05 |
Doorgaans zijn er twee opties waaruit men kiest om draadogenbanden van ondersteuning te voorzien: lineaire ondersteuning en visgraatondersteuning.
Ondersteuning van het retourpad
Het retourpad draagt slechts het gewicht van de transportband waardoor een lichtere draagconstructie volstaat. Bij een lineaire ondersteuning kunnen er dan ook een of twee profielen worden weggelaten. Een visgraatondersteuning kan worden uitgevoerd in een minder compacte vorm. Bij het retourpad zal de eerste 500 mm van de band zakvorming. Om dit mogelijk te maken is er dan ook geen ondersteuning. Deze zakvorming voorkomt dat de transportband op de aandrijving zal lopen en voorkomt ook dat de transportband door het retourpad wordt geduwd in plaats van getrokken. De einden van de draagprofielen moeten – aan beide kanten – lichtelijk naar beneden gebogen worden om ervoor te zorgen dat een geleidelijke overgang van en naar de profielen wordt gewaarborgd.
Walsen kunnen ook gebruikt worden als ondersteuning bij het beperken van de wrijvingscoëfficiënt. De walsen moeten in een loodrechte hoek op het frame worden gemonteerd waarbij ze onderling parallel en waterpas aan elkaar zijn. De afstand tussen de walsen is onregelmatig zodat een onregelmatige loop wordt voorkomen.
Wrijvingscoëfficiënten
Hieronder treft u een indicatie aan van de wrijvingscoëfficiënt bij de verschillende alternatieven.
Zijgeleiding is een resultaat van de verticale profielen aan beide zijden van de installatie. Er moet voorkomen worden dat deze profielen in contact komen met de transportband. De zijgeleiding heeft tot doel de band in het juiste pad te leiden in het geval deze afwijkt van het bovenpad / productiepad. Een spelingsruimte van 5 tot 10 mm tussen de profielen volstaat in de meeste gevallen.
Er zijn verschillende opties voor de zijgeleiding mogelijk. Hieronder worden drie opties behandeld.
De optimale configuratie en afstelling van de zijgeleiding wordt bepaald door allerlei factoren. De geometrie van het frame en de lading op de band zijn punten van aandacht bij het ontwerp en afstellen van de installatie omdat deze van invloed zijn op de loop van de band.
Verder is ook de snelheid, lengte, breedte en lading van de transportband relevant bij deze overwegingen. Bij twijfel kunt u altijd contact opnemen met Twentebelt. Wij staan altijd voor u klaar om met u mee te denken.
Over het algemeen wordt er bij kleine installaties gekozen om de keer-as te voorzien van getande wielen. Wanneer er als aandrijving gekozen is voor een kooiwals wordt er voor de keer-as meestal een gladde wals gekozen. Een uitzondering hierop is een aandrijving met een kooiwals en kettingwielen, waarbij dezelfde constructie ook als keerwals wordt ingezet.
Indien walsen met één tand per steek uitgevoerd zijn de walsen unidirectioneel en alleen inzetbeer op de aandrijf- of keerzijde. Walsen met dubbele strippen zijn, indien de assen daarvoor geschikt zijn, zowel op de aandrijf- als keerzijde inzetbaar.
In het algemeen is de keer-as de as die wordt gespannen en ingesteld. In het geval van korte banden, en banden waarbij de geometrie van het frame te wensen over laat kan dit leiden tot een slechte aandrijving – zie de tekening hieronder.
Een verstelbare as is in de meeste gevallen afdoende. Een voorbeeld van een dergelijke as ziet u hieronder.
In het geval van continuespaninstallaties, zowel hydraulisch, pneumatisch of met een veer dreigt er altijd een mate van ongecontroleerde spanning die de band in potentie uit kan rekken. De onderstaande tabel geeft de spanlengte per steek weer. De spankracht = (het gewicht van de band in het retourpad x de wrijvingscoëfficiënt) x 9,8.
Steek | Spanlengte |
---|---|
15,9 | 45 |
25,4 | 75 |
30 | 90 |
38,1 | 110 |
50/50,8 | 150 |
75/76,2 | 250 |
Klik op een onderwerp voor meer informatie.
Heeft u vragen of opmerkingen?
Heeft u verdere technische informatie nodig? Of heeft u een vraag voor onze engineers? Klik op de onderstaande knop om een formulier in te vullen en we sturen u spoedig een reactie.
Contact TwentebeltVraag een offerte aan
Een offerte aanvragen voor een draadogenband is gemakkelijk. Klik op de onderstaande knop om uw specificaties in te geven en ons ervaren team zal u spoedig een reactie sturen.
Vraag een draadogenband offerte aan