De afbeelding hieronder laat een draadoog, slijtplaat en verbindingspennen zien.
De volgende materialen worden voornamelijk gebruikt voor de vervaardiging van Twentebelt draadogenbanden:
Het gebruik van andere materiaalsoorten is op advies en/of op aanvraag mogelijk.
Twentebelt biedt een variëteit aan draadogenbanden aan.
Volle draadogen (DO)
Het basisprincipe van alle varianten van draadogenbanden. Bij een volle draadogenband liggen de draadogen tegen elkaar en is de opening gelijk aan de draaddiameter. Dit type is zeer goed inzetbaar bij vallende producten en toepassingen waar kleine openingen worden vereist.
Geplette draadogen (DP)
Voor sommige toepassingen is een kleine opening gewenst. Door de ogen te pletten wordt de opening tussen de aaneengesloten draadogen kleiner. Perfect voor de verwerking van kleine producten zoals bijvoorbeeld rijst en griesmeel.
Gelaste draadogen (DL)
De draadogen worden op een onderdaad (lokalisatiedraad) gelast waardoor een module ontstaat. Dit maakt het mogelijk zeer nauwe tot zeer grote openingen te creëren al naar gelang het proces of de te verwerken producten. De draadogen kunnen zowel op de Europese als Amerikaanse wijze worden geassembleerd, afhankelijk van de vereisten op het gebied van hygiëne. De standaarduitvoering van dit type heeft één onderdaad aangezien meerdere onderdraden niet bijdragen aan de robuustheid van de transportband. De voor meerdere onderdraden heeft als doel de gewenste doorlaat te bereiken en is daarmee afhankelijk van de productafmetingen die in het proces voorkomen. Modulaire draadogenbanden zijn stabiel en maatvast. De minimale spoed van dit type is twee maal de draadoogdiameter + 0,05 mm.
Geplette en gelaste draadogen (DPL)
Sommige toepassingen vereisen een stabiele transportband in combinatie met een kleine opening / doorlaat. De nauwkeurigheid van ons lasproces stelt ons in staat om modules te produceren met een zeer kleine onderlinge afstand tussen de draadogen. Door de modulaire opbouw is het mogelijk zeer brede banden te assembleren. De minimale spoed van dit type is 2,85 mm.
Draadogen met veertjes (DV)
Door veertjes tussen de draadogen te plaatsen worden deze op regelmatige afstand gepositioneerd. Er ontstaat zodoende een relatief lichte transportband met enkele bijzondere eigenschappen zoals een goede schokbestendigheid en bestandheid tegen zijdelingse krachten. Dit is belangrijk in toepassingen waarbij producten zijdelings of handmatig worden geladen. Te denken valt aan bakkerijovens met bakplaten of een proces waarin kratten handmatig in een wastunnel worden geladen.
Draadogen met busjes of ringen (DB)
Busjes of ringen zijn bedoeld om een vaste opening tussen de draadogen te creëren. Door het toevoegen van busjes of ringen worden de transportbanden zwaarder en stugger.
Twentebelt biedt 4 verschillende zijkantafwerkingen aan voor draadogenbanden.
Gelaste kant (LK)
De band wordt aan beide kanten uitgerust met slijtplaatjes en de uiteinden van de dwarspennen worden van ringetjes voorzien en vervolgens afgelast. Dit resulteert in een gedegen afwerking van de band in combinatie met het gewenste draadoppervlak.
Zijkettingen (KH)
Het is gebruikelijk om draadogenbanden van kettingen te voorzien als ze een negatieve buiging moeten maken in het proces. Voor dit doel worden uitsluitend holle bout kettingen met een aan de band gelijke steekafmeting gebruikt. Kettingen worden afhankelijk van de gebruiksomstandigheden geselecteerd.
Geleidingsplaatjes (GP)
Geleidingsplaatjes dienen ter bescherming van de laskopjes. De plaatjes functioneren feitelijk als een buffer tussen de laskopjes en de geleiding of andere constructies waarmee de bandzijden in aanraking kunnen komen.
Nylon zijblokjes (KB)
Nylon zijblokjes zijn gepatenteerd door Twentebelt. Deze afwerking heeft meerdere functies die onder andere de modulaire eigenschappen van de draadogenband verbeteren. Ook heeft de band met deze afwerking verbeterde hygiënische eigenschappen.
Een aantal eigenschappen van deze specifieke afwerking:
Zijplaten
Voorbeeld van een draadogenband voorzien van meenemers en zijplaten Alle Twentebelt draadogenbanden kunnen worden uitgerust met zijplaten. Deze zijplaten maken het mogelijk de laagdikte van het te transporteren product te beheersen. De hoogte en de vorm van de zijplaten kunnen worden aangepast aan de aard van het product en het proces dat het zal ondergaan.
Meenemers
Voor stijgende en/of dalende transportlijnen kunnen meenemers in de band geplaatst worden. De vorm, afmetingen en structuur (open/gesloten) van de meenemers zal worden afgestemd op het betreffende product en proces.
Draadogenband voorzien van meenemers en zijplaten:
1 – Steek: Hart-op-hart afstand dwarspennen (variërend van 15,9 t/m 76,2 mm)
2 – Spoed: Hart-op-hart afstand draadogen (variërend van 2,8 t/m 50 mm)
3 – Draaddiameter: Variërend van 1,6 t/m 3,2 mm
4 – Aantal onderdraden: Variërend van 0 tot en met 8
Uitleg van de notatiewijze van een specificatie voor een draadogenband.
Voorbeeld: DL-LK 6 -50 – 2,5 – 5 onderdraden 1
DL-LK: Gelaste draadogenband met een gelaste kantafwerking
6: Spoed (mm)
50: Steek (mm)
2,5: Draaddiameter (mm)
5: Diameter dwarsstaaf (mm)
Steek (mm) | Draaddiameter | Diameter dwarspen | Minimale hart-op-hart afstand tussen 2 draadogen | Minimale hart-op-hart afstand tussen 2 draadogen in gelaste uitvoering |
---|---|---|---|---|
15,9 | 1,8 | 3,2 | 3,6 | Niet van toepassing |
25,4 | 1,6 | 5 | 3,2 | 3,25 |
2 | 4 | 3* | ||
30 | 1,6 | 4 | 3,2 | 3,25 |
2 | 4 | 4,05 | ||
38,1 | 2 | 8 | 4 | 4,05 |
2,5 | 5 | 5,05 | ||
3 | 6 | 6,05 | ||
50 | 1,6 | 5 | 3,2 | 3,25 |
2 | 5 | 4 | 3* | |
2,5 | 5-7 | 5 | 5,05 | |
3,2 | 6 | 6,4 | 6,45 | |
50,8 | 2 | 5-8 | 4 | 3* |
2,5 | 5-8 | 5 | 5,05 | |
3 | 8 | 6 | 6,05 | |
75 | 2,5 | 5-8 | 5 | 5,05 |
3 | 8-10 | 6 | 6,05 | |
76,2 | 3 | 10-13 | Niet van toepassing | 6,05 |
Doorgaans zijn er twee opties waaruit men kiest om draadogenbanden van ondersteuning te voorzien: lineaire ondersteuning en visgraatondersteuning.
Lineaire ondersteuning voor draadogenbanden
De lineaire ondersteuning bestaat uit in de lengterichting van de installatie aangebrachte ondersteuningsprofielen, die aan beide zijkanten en afhankelijk van de bandbreedte en belading, ongeveer om de 300 mm. over de breedte van de transportband gepositioneerd zijn. Ter hoogte van deze ondersteuningsprofielen dienen er in de band rijen met slijtplaatjes gemonteerd te worden. Deze rijen met slijtplaatjes dragen de last van de transportband en de belading. Afhankelijk van de belading worden de rijen gevormd uit één of meerdere plaatjes.
Visgraatondersteuning voor draadogenbanden
Bij een visgraatondersteuning zijn de ondersteuningsprofielen gepositioneerd – zoals de naam doet vermoeden en de afbeelding illustreert – als ware het een visgraat. Bij visgraatondersteuning volstaan rijen slijtplaatjes die uitsluitend aan de zijkanten zijn aangebracht. De draagfunctie wordt door de draadogen overgenomen. Aangezien alle draadogen op een zeker moment de ondersteuningsstrip raken is het slijtagepatroon gelijkmatig en over de volle bandbreedte verdeeld. Ook het product wordt met deze ondersteuning over de volledige breedte van de transportband gelijkmatig verwerkt. Mogelijk schaduwzones die bij lineaire ondersteuningen wel voor kunnen komen, zijn bij dit type ondersteuning niet aan de orde.
Indien hygiëne in uw proces nog belangrijker is dan normaal adviseren wij om de banden alleen te voorzien van slijtplaatjes aan de zijkanten. Draadogen zijn door hun ronde vorm immers makkelijker te reinigen dan slijtplaatjes en tussen slijtplaatjes kan vuil ophopen. Bij een dergelijke constructie wordt het frame gebouwd met een visgraatondersteuning waarbij vuil, indien het door de transportband valt, gelijk van de ondersteuningsstrip geschoven.
Ondersteuning van het retourpad
Het retourpad draagt slechts het gewicht van de transportband waardoor een lichtere draagconstructie volstaat. Bij een lineaire ondersteuning kunnen er dan ook een of twee profielen worden weggelaten. Een visgraatondersteuning kan worden uitgevoerd in een minder compacte vorm. Bij het retourpad zal de eerste 500 mm van de band zakvorming. Om dit mogelijk te maken is er dan ook geen ondersteuning. Deze zakvorming voorkomt dat de transportband op de aandrijving zal lopen en voorkomt ook dat de transportband door het retourpad wordt geduwd in plaats van getrokken. De einden van de draagprofielen moeten – aan beide kanten – lichtelijk naar beneden gebogen worden om ervoor te zorgen dat een geleidelijke overgang van en naar de profielen wordt gewaarborgd.
Walsen kunnen ook gebruikt worden als ondersteuning bij het beperken van de wrijvingscoëfficiënt. De walsen moeten in een loodrechte hoek op het frame worden gemonteerd waarbij ze onderling parallel en waterpas aan elkaar zijn. De afstand tussen de walsen is onregelmatig zodat een onregelmatige loop wordt voorkomen.
Wrijvingscoëfficiënten
Hieronder treft u een indicatie aan van de wrijvingscoëfficiënt bij de verschillende alternatieven.
Zijgeleiding is een resultaat van de verticale profielen aan beide zijden van de installatie. Er moet voorkomen worden dat deze profielen in contact komen met de transportband. De zijgeleiding heeft tot doel de band in het juiste pad te leiden in het geval deze afwijkt van het bovenpad / productiepad. Een spelingsruimte van 5 tot 10 mm tussen de profielen volstaat in de meeste gevallen.
Er zijn verschillende opties voor de zijgeleiding mogelijk. Hieronder worden drie opties behandeld.
De optimale configuratie en afstelling van de zijgeleiding wordt bepaald door allerlei factoren. De geometrie van het frame en de lading op de band zijn punten van aandacht bij het ontwerp en afstellen van de installatie omdat deze van invloed zijn op de loop van de band.
Verder is ook de snelheid, lengte, breedte en lading van de transportband relevant bij deze overwegingen. Bij twijfel kunt u altijd contact opnemen met Twentebelt. Wij staan altijd voor u klaar om met u mee te denken.
Aandrijfwielen
Draadogenbanden worden over het algemeen direct op de draadogen aangedreven met behulp van speciaal ontwikkelde aandrijfwielen. Voor type DO banden zijn de wielen voorzien van blokvertanding. De wielen bij type DL banden worden geconstrueerd op een wijze waardoor ze exact corresponderen met het profiel van de onderzijde van de band. Bij banden met een grote spoed (hart-op-hart afstand van de draadogen) kan men overwegen om wielen in te zetten die direct op de dwarspen aandrijven, in plaats van wielen die direct op de draadogen aandrijven.
De wielen worden doorgaans aan beide zijkanten en onder elke plaatjesrij gepositioneerd. De breedte, het aantal tanden en het materiaal van de wielen worden op basis van de gebruiksomstandigheden vastgesteld. Wanneer een constructie met aandrijfwielen wordt toegepast in een vriezer, worden wielen met speciale vertanding ingezet om de opbouw van ijs te voorkomen. Deze zogeheten “ice-crusher” wielen hebben een speciale vertanding die de vorming van ijs tot het minimum beperkt. Aandrijfwielen zijn leverbaar in staal, AISI 304 (WS 1.4301), AISI 316 (WS 1.4401), PA6G en POM. Andere materialen zijn in overleg en op advies ook mogelijk. Een voorbeeld van een roestvrij stalen aandrijfwiel ziet u op de afbeelding hieronder.
Kooiwalsen
Brede en zwaar beladen transportbanden worden bij voorkeur over de volle breedte aangedreven door walsen. In de meeste gevallen worden hiervoor kooiwalsen gebruikt. De strippen van de kooiwals trekken op een gelijkmatige wijze op alle draadogen van de steek hetgeen de levensduur van de band bevordert en bovendien zorgt voor een gelijkmatig slijtagepatroon.
Schijvenwalsen
Bij kans op extreme vervuiling of ijsopbouw gaat de voorkeur uit naar het gebruik van schijvenwalsen. Deze walsen zijn op een veelvoud van de bandspoed voorzien van schijven. De schijven kunnen op verschillende manieren worden uitgevoerd en hebben zodoende verschillende eigenschappen:
Buizenwalsen
In de groeven van buizenwalsen met vervangbare strips worden strips geplaatst die gemaakt zijn van plastic of zachte metalen. In het geval van buizenwalsen met vervangbare tanden worden de tanden gelast. Deze constructie heeft drie voordelen:
In het algemeen worden buizenwalsen gebruikt voor lange, brede en zwaar beladen banden.
Kettingwalsen
Draadogenbanden kunnen ook met kettingen worden uitgevoerd waarbij de ketting een sturende functie vervuld. Dit gebeurd met name in situaties waarbij de band een negatieve buiging dient te maken, zoals vaak het geval is bij friteuses, blancheurs en opvoerbanden. Bij deze toepassingen worden de zijwielen vervangen door kettingwielen behorende bij de toegepaste ketting.
Ook in dit geval geldt dat voor grotere constructies de tandwielen in combinatie met een wals worden ingezet.
In alle toepassingen met kettingen kan de negatieve buiging van de band eenvoudig met behulp van kettingwielen of looprails voor de rollen van de holle bout rollenketting worden bewerkstelligd. Twentebelt geeft de voorkeur aan het gebruik van wielen met ten minste 12 tanden. Deze voorkeur is gebaseerd op het feit dat bij dit aantal tanden het zogenaamde polygoon effect nagenoeg geen invloed meer uitoefent op de bandloop. Indien de lengte en belading van de band gering zijn kunnen eventueel aandrijfwielen met een minimum van 8 tanden worden toegepast. Het optimaal benodigde aantal tanden is afhankelijk van allerlei factoren zoals breedte, lengte, belading en de loopsnelheid van de band.
Berekening steekdiameter
De steekdiameter van wielen en walsen kan berekend worden door het getal in de kolom n bij het gewenste aantal tanden (kolom Z) te vermenigvuldigen met de steek (T) van de band.
Z - n | Z - n | Z - n |
---|---|---|
8 - 2,6131 | 16 - 5,1258 | 24 - 7,6613 |
9 - 2,9238 | 17 - 5,4422 | 25 - 7,9787 |
10 - 3,2361 | 18 - 5,7588 | 26 - 8,2962 |
11 - 3,5495 | 19 - 6,0755 | 27 - 8,6138 |
12 - 3,8637 | 20 - 6,3925 | 28 - 8,9314 |
13 - 4,1786 | 21 - 6,7095 | 29 - 9,2491 |
14 - 4,494 | 22 - 7,0267 | 30 - 9,5668 |
15 - 4,8097 | 23 - 7,3439 | 31 - 9,8845 |
Over het algemeen wordt er bij kleine installaties gekozen om de keer-as te voorzien van getande wielen. Wanneer er als aandrijving gekozen is voor een kooiwals wordt er voor de keer-as meestal een gladde wals gekozen. Een uitzondering hierop is een aandrijving met een kooiwals en kettingwielen, waarbij dezelfde constructie ook als keerwals wordt ingezet.
Indien walsen met één tand per steek uitgevoerd zijn de walsen unidirectioneel en alleen inzetbeer op de aandrijf- of keerzijde. Walsen met dubbele strippen zijn, indien de assen daarvoor geschikt zijn, zowel op de aandrijf- als keerzijde inzetbaar.
In het algemeen is de keer-as de as die wordt gespannen en ingesteld. In het geval van korte banden, en banden waarbij de geometrie van het frame te wensen over laat kan dit leiden tot een slechte aandrijving – zie de tekening hieronder.
Een verstelbare as is in de meeste gevallen afdoende. Een voorbeeld van een dergelijke as ziet u hieronder.
In het geval van continuespaninstallaties, zowel hydraulisch, pneumatisch of met een veer dreigt er altijd een mate van ongecontroleerde spanning die de band in potentie uit kan rekken. De onderstaande tabel geeft de spanlengte per steek weer. De spankracht = (het gewicht van de band in het retourpad x de wrijvingscoëfficiënt) x 9,8.
Steek | Spanlengte |
---|---|
15,9 | 45 |
25,4 | 75 |
30 | 90 |
38,1 | 110 |
50/50,8 | 150 |
75/76,2 | 250 |
Temperatuur
Draadogenbanden zijn binnen een relatief breed temperatuurbereik inzetbaar. Zie de tabel hieronder voor meer informatie.
Materiaal | Minimum temperatuur in °C | Maximum temperatuur in °C |
---|---|---|
Staal | 0 | 220 |
AISI 304 | - 80 | 350 |
AISI 316 | - 80 | 350 |
Snelheid
De maximale constante snelheid is 25 meter per minuut. Kortstondige snelheidspieken tot 60 meter per minuut zijn, onder voorbehoud, mogelijk. Draadogenbanden die voorzien zijn van kettingen kennen een maximale snelheid van 25 meter per minuut.
Belading
Omdat er bij draadogenbanden veel variabelen van invloed zijn op de toelaatbare belading kan Twentebelt dit voor u op verzoek berekenen.
Negatieve buiging
In het geval van een draadogenband van het type DL die een negatieve buiging dient te maken kan er puntbelasting optreden in de buurt van de lokalisatiedraden. Als gevolg van deze minimale buiging kan het voorkomen dat de draadogen breken. Dit kan worden voorkomen door speciale geleidingsstrips met een grote radius te gebruiken.
Reiniging
De materialen die wij gebruiken voor de productie van onze metalen transportbanden zijn geschikt voor contact met levensmiddelen.
In verband met mogelijke vervuiling die zal optreden tijdens het intrekken adviseren wij om de installatie schoon te maken nadat de transportband is geïnstalleerd.
Let op:
Aandrijf- en keerwielen worden vaak in kunststof uitgevoerd en zijn in dat geval niet bestand tegen bepaalde reinigingsmiddelen. Wij verzoeken u bij de bouw van uw machine rekening te houden met de geldende reinigingsprocedures en indien nodig uw materiaalkeuze hierop aan te passen.
Heeft u vragen of opmerkingen?
Heeft u verdere technische informatie nodig? Of heeft u een vraag voor onze engineers? Klik op de onderstaande knop om een formulier in te vullen en we sturen u spoedig een reactie.
Contact TwentebeltVraag een offerte aan
Een offerte aanvragen voor een draadogenband is gemakkelijk. Klik op de onderstaande knop om uw specificaties in te geven en ons ervaren team zal u spoedig een reactie sturen.
Vraag een draadogenband offerte aan